Kantelpunten in het leerproces

In dit project waren er een aantal zaken die mij heel erg boeiden. Zo vond ik de pre-reading-oefening zeer interessant. Ik doe ook vrijwilligerswerk in een bibliotheek bij mij in de buurt waar ik voorlees voor anderstalige kinderen. De oefening die we rond Sindbad deden inspireerde mij om deze aanpak ook tijdens die voorleesmomenten te gebruiken. Daarnaast vond ik het ook uitdagend om eens grammatica uit te leggen zonder de termen die daarvoor in het middelbaar gangbaar zijn te gebruiken. Ik denk dat dit ook in het middelbaar nuttig kan zijn om grammatica op een aanschouwelijke manier over te brengen.

Verwantschap

De leukste oefening vond ik die rond taalverwantschap, vooral omdat het echt merkbaar was dat de leerlingen hier echt iets aan hadden. Ze waren zeer gemotiveerd om over hun eigen thuistaal te vertellen en sommige leerlingen bloeiden echt open. Op een bepaald moment heb ik ook eens geprobeerd om de woorden op het bord te schrijven (incl. Arabisch). De leerlingen vonden dat enerzijds grappig omdat ik daar natuurlijk niet zo goed in was en anderzijds voelden ze ook dat er binnen de lessenreeks een plaats was voor hun eigen taal/inbreng. Naar mijn gevoel was deze oefening een soort van kantelpunt, want een heleboel leerlingen durfden ook meer fouten te maken. In het begin staken ze hun hand niet op om een Grieks woord voor te lezen. Na de oefening rond taalverwantschap had ik het gevoel dat de leerlingen toch gemakkelijker een gokje waagden. Ik was heel erg onder de indruk van hoe snel de leerlingen weg waren met het Griekse alfabet. Zelfs na de paasvakantie konden de meeste onder hen nog vlot woordjes voorlezen. Ze kenden zelfs nog de betekenis van een aantal woorden.

Vormgeving

Zowel binnen dit project als bij de lessen vakdidactiek is mijn bewustzijn omtrent de keuze van afbeeldingen erg gegroeid. Het artikel van Verreth hebben we bij Initiatie vakdidactiek ook gelezen en veel van de zaken die daarin aangehaald worden, hebben mij wel doen stilstaan bij de vormgeving van handboeken. Zeker bij het kiezen van zinnetjes voor de oefeningen heb ik proberen letten op enerzijds stereotiepe beelden en anderzijds foutieve beelden. Wanneer ik op zoek was naar afbeeldingen is het mij wel opgevallen dat er verhoudingsgewijs veel meer “Odysseusen” zijn naar een westers voorbeeld dan naar een mediterraans beeld. Die ervaring heeft er mij wel bewust van gemaakt dat vele leerlingen (en waarschijnlijk ook volwassenen) zich gemakkelijk een onvolledig of incorrect beeld kunnen vormen van de oudheid.

Verademing

Ik vond het project ontzettend leerrijk en ik merkte dat het na een aantal jaar op de Blandijn echt een verademing was om voor de klas te staan. Hoewel ik enorm kan genieten van de Klassieke literatuur had ik vaak het gevoel dat ik in een ivoren torentje opgesloten zat. Dit project kwam voor mij dus op het juiste moment en ik heb er echt enorm van genoten. Ik ben ook ontzettend trots op de leerlingen die ondanks de moeilijke omstandigheden toch het beste van zichzelf hebben gegeven en veel inbreng hadden. Ik hoop dat dit project nog veel kan groeien de komende jaren.

Bibliografie 

Verreth, H. 2003. Het beeld van de oudheid in de handboeken Latijn en Grieks. Kleio 32.3, 127-35.

 

— Andrée Walravens