De Nederlandse auteur Mirjam Remie publiceerde begin dit jaar een mooi boek over het gymnasium, een Nederlands schooltype waar aan alle leerlingen Latijn en/of Grieks gegeven wordt. Recent kwam het gymnasium onder vuur omwille van het zogenaamde elitaire karakter. Door middel van voorbeelden en data onderzoekt Remie in hoeverre dit ook correct is. Mirjam en ik zaten samen in een online ronde-tafeldiscussie over inclusiviteit en het gymnasium in de Week van de Klassieken in 2021, en dus vroeg ze mij in het kader van inclusiviteit naar de werking van het project Oude Grieken – Jonge Helden, dat ze ook in haar boek, genaamd ‘Het gymnasium: een verhaal van een eigengereid schooltype’, vermeldde.
In een recente review van haar boek werd ook naar Jonge Helden verwezen. De reviewer, Jann Ruyters, stelt vast: ‘Remie haalt een interessant onderzoek van de Vlaamse classica Evelien Bracke aan. Zij liet leerlingen van basisscholen en vmbo’s kennismaken met Latijn en Grieks, en ontdekte dat de kinderen opbloeiden. ‘Het is een interventie die laat zien – jij bent wel iets waard’, aldus Bracke. Maar zegt dit experiment iets over nut en waarde van Latijn en Grieks, of alleen iets over het sterke imago van de oude talen? Zouden de leerlingen niet ook kunnen opkikkeren van lessen Chinees?’ Ook in een andere review kwam Chinees ter sprake.
Leuk dat Jonge Helden vermeld werd. Die referentie naar het Chinees ben ik ondertussen ook al gewend. Natuurlijk zullen leerlingen prachtige dingen leren als ze met de Chinese taal en culturen in contact komen. Ik beweer nergens dat Oudgrieks beter is dan andere talen! Het gaat binnen ons project inderdaad eerder over de symbolische waarde van het Latijn en Grieks, die we binnen onze specifieke maatschappij aan deze vakken hebben ontleend.