
10u20: de bel ging. Stress. Eén voor één kwamen de leerlingen binnen.
Toen iedereen op zijn plaats zat, stelden wij onszelf voor: Jarno, Aurélie, Delphine en ik zouden hen vijf weken lang inwijden in de wondere Griekse wereld van duizenden jaren geleden. Na alle voorbereiding en het reikhalzend uitkijken naar die eerste les, mochten we er eindelijk aan beginnen. De stress viel meteen weg, alsof de Olympische goden zelf die weggenomen hadden. We vonden het belangrijk om eerst even een kader te schetsen voor de leerlingen: Wie waren de Grieken? Wanneer en waar leefden ze?
Spelenderwijs probeerden we te tonen waar Griekenland op de wereldbol lag en in welke tijdszone we die Grieken moesten situeren. Hierbij verwonderde het ons hoeveel de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar eigenlijk al weten. Het Parthenon, de mythologie of geografie hebben geen geheimen voor de meeste leerlingen. Maar een kleine opfrissing kan natuurlijk nooit kwaad.
Daarna gingen we over op het echte werk: het aanleren van het alfabet. ‘Zoals in het eerste leerjaar’, zeiden enkele leerlingen. Met hulpblaadjes en voorschrijven op het bord legden we letter per letter uit. De conclusie van de leerlingen? Dat die Grieken rare dingen doen, zoals de ‘n’ als ‘v’ schrijven. Maar geleidelijk kwam het besef dat ons alfabet later gesitueerd moet worden dan het Griekse. ‘Dus waarom schrijven wij de ‘n’ als een ‘n’ en niet als een ‘v’?’ vroegen ze dan. Na al dat nadenken over taal was het tijd voor iets luchtigers: alfabetbingo! Op deze manier konden de leerlingen een beetje ontspannen maar tegelijkertijd de letters van het alfabet nog eens oefenen.
Ten slotte hebben we allemaal samen een kroon gemaakt waarop de leerlingen hun Griekse naam konden schrijven. Toen ging de bel alweer. De leerlingen verlieten met een glimlach de klas om te gaan lunchen. En wij, de lesgevers en assistenten, wij gingen ook met een glimlach en tevreden gevoel naar huis.
Geschreven door Jana De Jonckheere
